Quinta Sardonia | Jerome Bougnaud
Quinta Sardonia werd in 1998 opgericht door een groep vrienden met een passie voor wijn, sommigen van hen met roots in de regio.
De wijngaarden waar ze hun oog op lieten vallen waren gelegen in de gemeentes Sardón de Duero and Villabáñez, in de vallei van de Duero (provincie Valladolid). Oenoloog met wereldfaam Peter Sisseck en zijn collega Jérome Bougnaud pasten het Franse terroir-model toe om rekening houdend met de verschillende bodemtypes en met uiterst respect voor natuur en omgeving het beste uit de wijnstokken te halen.

Er wordt over de hele lijn volgens de biodynamie gewerkt, zonder twijfel een van de meest radicaal-ecologische methodes. De wijngaard, aangeplant op de rechteroever van de Duero is daarbij het centrum van het project; elke dag van het jaar wordt rekening gehouden met de weer-condities en de elementen. Enkel de zelf-gemaakte compost wordt gebruikt om de bodem te verbeteren, de bodem is bedekt met een levende groene mulch laag, ziektez worden behandeld met aftreksels van planten en er wordt rekening gehouden met de stand van de maan bij het plannen van de behandelingen in de wijngaard. Alles wordt gedaan om de natuurlijke fauna en flora in de omgeving te behouden en te stimuleren.

De wijngaarden liggen op een hoogte tussen 700 en 800 meter op een afstand van niet meer dan 400 meter van de rivier. Wat opvalt is de grote complexiteit van de 15 verschillende terroirs waarvan een groot aantal bestaat uit kalkhoudende bodems. Ook bij de keuze van de aan te planten druivenrassen werd rekening gehouden met de standplaatseigenschappen. Elk van de 7 aangeplante variëteiten staat op de optimale plaats met vooral veel aandacht voor de in de Duero-regio karakteristieke Tinto Fino (de tempranillo-kloon die ook in de DO Ribero del Duero wordt gebruikt). De 7 druivenrassen zijn als volgt verdeeld: 58,5% tinto fino, 22% cabernet sauvignon, 5% syrah, 5% petit verdot, 4% malbec, 3,5% merlot en 2% cabernet franc.

De druiven van de 4 verschillende bodemtypes (kalksteen, leem, gipshoudende leem en kalkhoudende leem) worden afzonderlijk geoogst. De verschillende druivenrassen worden gemengd voor de fermentatie maar wel steeds gescheiden volgens bodemtype. Op die manier worden 20 verschillende wijnen geproduceerd van de 22 ha die het domein in cultuur heeft. De wijnen worden enkel via zwaartekracht overgebracht naar de gistingsvaten waarbij ongeveer 10 tot 30% van de volledige trossen mee vergist. De gisting verloopt volledig spontaan, op gang gebracht met de autochone gisten die vanuit elk terroir meekomen. Ook extractie en maceratie-tijden houden rekening met het bodemtype: druiven van kalksteenbodems worden op hoge temperatuur en gedurende korte tijd gemacereerd terwijl druiven van leem en kalkleem trager macereren op lagere temperatuur. Ook de malolactische fermentatie vindt gescheiden volgens bodemtype plaats. Het assembleren (blenden) van de wijn begint in de lente, op het moment dat elk van de wijnen zijn eigen terroir-expressie heeft ontwikkeld. Deze complexe werkwijze garandeert dat de wijnen de grootst mogelijke finesse kunnen ontwikkelen.